Eén dezer dagen was ik een weekend in Groningen. In het centrum, bij de Grote Markt, moest ik naar de overkant van de straat. Over het zebrapad dat daarvoor was aangelegd, dacht ik.

In het dorp waar ik woon is een zebrapad een sein voor automobilisten en buschauffeurs om te stoppen als er mensen op lopen. Niet zo in Groningen.

Daar is een zebrapad een teken voor iedereen, automobilisten, taxichauffeurs, buschauffeurs, fietsers en voetgangers om op elkaar te letten. Zoals ze waarschijnlijk de hele tijd al deden. Niet iedereen let op iedereen. Iedereen lijkt alleen te letten op de andere  verkeersdeelnemers die vlakbij zijn.

Toen ik er was een stuk of 4 of 5.
Op drukke dagen waarschijnlijk meer en op minder drukke dagen waarschijnlijk minder.

In mijn dorp bestuurt de plaatselijke wetgever het verkeer. In de stad regelen de verkeersdeelnemers het zelf.