In het artikel CAS in bedrijf staat de organisatie centraal waarin of waaromheen zich complexiteit voordoet, die goed te beschrijven is met het begrip Complex Adaptive System (CAS). Complexiteit is echter niet een eenduidig concept, er bestaan diverse definities van, zoals bijvoorbeeld de complexiteit van wijn hetgeen duidt op een veelzijdige rijke smaak. Waar het in dit artikel en in het genoemde artikel “CAS in bedrijf” om draait en specifiek de aandacht vraagt is complexiteit als dynamisch beginsel. Het is de dynamiek die maakt dat een systeem cq. bedrijfsorganisatie bijzonder complex wordt ervaren. Complex in een andere betekenis, bijvoorbeeld van samengesteld zijn, bestaande uit (zeer) veel onderdelen of functies, kan weliswaar bijzonder gecompliceerd zijn, maar is niet altijd complex in de zin van dynamisch.  Bijzonder gecompliceerde zaken, die men in de wandeling ook wel complex noemt, waar echter dynamiek nauwelijks een rol speelt, zijn in de regel door opdeling terug te brengen tot uitvoerbare en planbare werkzaamheden. Het volgende voorbeeld spreekt boekdelen:

Eind 60er jaren van de vorige eeuw besloot men, na een grondige voorstudie, tot de automatisering van de inning van belastinggelden. Voorwaar geen sinecure, daar het niet alleen handelde over het massale proces van inning maar ook over de comptabele boekhouding en verantwoording. Er werd een projectgroep in het leven geroepen, bestaande uit enkele materiedeskundigen en een 15-tal ‘automatiseringsdeskundigen’, tegenwoordig ICT-ers genoemd. De projectgroep bestond uit een drietal specialisten van de computerleverancier en een groep analisten, allen afkomstig uit de belastingdienst en opgeleid in de administratieve automatisering (EDP heette dat toen, nu ICT)In februari 1971 kwam de projectgroep voor het eerst voltallig bijeen, werd het te bouwen systeem opgedeeld in een zevental brokstukken (deelsystemen) en werd in detail de planning tot realisatie besproken: 1 januari 1972 operationeel voor een vijftal kantoren, 1 januari 1973 operationeel voor het gehele land.  Het project, Centrale Ontvangers Administratie (COA) geheten, was niet alleen uniek voor de belastingdienst, maar ook enig in zijn soort voor de gehele rijksoverheid. Het systeem bestond uit:

  1. een centrale computer met daaraan verbonden een netwerk van 10 vaste telefoonlijnen en twintig gekozen lijnen; aan het andere einde van de lijnen een 95 ontvangkantoren die berichten uitwisselden met het centrale systeem (kasbetalingen, informatie);
  2. een zelf ontworpen en geprogrammeerd real-time executive systeem voor de afhandeling van de ‘at random’ binnenkomende berichten;
  3. een random database, benaderbaar door real-time verkeer overdag en de batch-verwerking in de nacht (verwerking van miljoenen betalingen per dag en de invoer van nieuwe aanslagen);
  4. een koppeling aan vele interne systemen (aanslagverwerking en statistiek programma’s);
  5. een koppeling aan externe banken voor de verwerking van de aldaar gedane betalingen.

Kortom: een bijzonder gecompliceerd systeem (wat voor een belangrijk deel nu, anno 2018, nog steeds operationeel is), gerealiseerd binnen de daarvoor vastgestelde kaders van mankracht en tijd. Een bijzonder ingewikkeld en vernieuwend systeem, gerealiseerd in een stabiele organisatie en in een stabiele technische omgeving, kortom: gecompliceerd maar niet complex. Of beter gezegd: gecompliceerd maar niet dynamisch complex.