In het artikel “CAS in Bedrijf” wordt summier ingegaan op het effect van leiderschap op een bedrijfsorganisatie als complex adaptief systeem. Gesteld wordt dat leiderschap nodig is om een organisatie te veranderen in een bepaalde richting en dat alleen management daarvoor niet voldoende is. De vraag is of leiderschap en management kunnen worden gedefinieerd in termen van de kenmerken van een complex adaptief systeem. Om daartoe een poging te doen lijkt het NK-model van Kauffman geschikt om redenen die later zullen blijken.
Het NK-model bestaat uit een aantal (N) cellen (of lampjes) die de waarde 1 of 0 kunnen hebben (aan of uit kunnen staan). Of de waarde van een cel 1 of 0 is op een bepaald moment, wordt bepaald door een aantal (K) andere cellen (lampjes) op het vorige moment. Elk van de N cellen krijgt dus input van K andere cellen die de waarde 1 of 0 kunnen hebben. De totale input van elke cel wordt dus bepaald door een combinatie van de waarden van K andere cellen. Die combinatie bestaat uit Booleaanse regels. Bijvoorbeeld in een systeem met K = 3 zouden voor cel nummer 1 (de gereguleerde cel) die verbonden is met 3 andere cellen (nummer 2, 3 en 4; de regulerende cellen) de volgende Booleaanse regels kunnen gelden:
Als cel 2, cel 3 en cel 4 nul zijn, dan is de waarde van cel nummer 1 ook nul.
Als cel 2 één is en cel 3 en 4 zijn nul dan is de waarde van cel nummer 1 één.
Als cel 3 één is en cel 2 en 4 zijn nul is nul, dan is de waarde van cel nummer 1 één.
Als cellen 2 en 3 één zijn en cel 4 is nul, dan is de waarde van cel nummer 1 nul.
Enzovoorts
Oftewel:
Cel 2 | Cel 3 | Cel 4 | =Cel 1 |
0 | 0 | 0 | 0 |
0 | 1 | 0 | 1 |
1 | 1 | 0 | 0 |
1 | 0 | 1 | 0 |
0 | 1 | 1 | 1 |
1 | 1 | 1 | 0 |
Het NK-model kent drie fasen, te weten:
- Een bevroren toestand voor K < 3 waarin de cellen na een korte tijd niet meer van waarde veranderen,
- een chaotische fase voor K > 3 waarin cellen willekeurig van waarde blijven veranderen, en
- Een complex adaptieve fase tussen de bevroren en de chaotische in.
Een systeem in de bevroren fase reageert niet op veranderingen, een systeem in de chaotische fase reageert chaotisch op veranderingen en een systeem in de georganiseerde adaptiviteit fase past zich aan veranderingen aan met behoud van globale, macroscopische eigenschappen.
Onderzoek aan het effect van verschillende soorten Booleaanse regels heeft laten zien dat zogenaamde Kanaliserende Booleaanse regels een bijzonder effect hebben op een NK-systeem. De kenmerkende eigenschap van een Kanaliserende regel is, dat er minstens één regulerende cel is die tenminste één waarde heeft (0 of 1) die bepalend is voor de waarde van de gereguleerde cel ongeacht de waarde van de andere regulerende cellen.
Een voorbeeld van Kanaliserende Booleaanse functie is:
Cel 2 | Cel 3 | Cel 4 | =Cel 1 |
0 | 0 | 0 | 0 |
1 | 0 | 0 | 1 |
0 | 1 | 0 | 0 |
1 | 1 | 0 | 1 |
0 | 1 | 1 | 0 |
1 | 1 | 1 | 1 |
Als cel 2 de waarde 1 heeft dan is de waarde van cel 1 altijd 1, ongeacht de waarde van cellen 3 en 4. Dat één regulerende cel in geval van een Kanaliserende Booleaanse functie de invloed van andere regulerende cellen laat verdwijnen lijkt wel wat op het effect van een leider op de mensen in een groep. De leider zorgt voor doelgerichtheid, laat tegenstellingen verdwijnen (of maakt ze irrelevant) en verbetert de samenwerking.
Het bijzondere effect van Kanaliserende regels is dat ze het betreffende complex adaptieve systeem dat zich in of nabij de chaotische fase bevindt, in de richting van meer orde duwt. Het is alsof het aantal buren per cel (de parameter K in het NK-mode) kleiner wordt, of in termen van bedrijfsorganisaties: de invloed van andere mensen en factoren wordt minder relevant, bijvoorbeeld omdat die zich conformeren aan de dominante factor of er zich tenminste niet tegen verzetten.
Voor een goed begrip van het effect van een kleiner wordende parameter K op het systeem, is een recapitulatie van het “fitness landschap” wellicht nuttig. (zie ook hoofdstuk 3.4 van “CAS in Bedrijf”).
Het NK-model bestaat uit N cellen die elk de waarden 0 of 1 kunnen aannemen. In totaal zijn er dus 2N configuraties mogelijk. Aan elke configuratie kan een zogenaamde fitness worden toegekend die wordt bepaald door de som van de bijdragen van elke cel. En de bijdrage van elke cel wordt bepaald door de waarde van die betreffende cel en de waarden van diens K regulerende cellen. Door de waarde van één cel te veranderen (een mutatie van 0 naar 1 of omgekeerd) verandert de fitness van het hele systeem. In een simulatie kan vervolgens de eis worden gesteld dat een mutatie alleen toegestaan is als daardoor de fitness toeneemt en kan men het systeem als het ware een wandeling door het configuratielandschap laten maken waarbij elke stap (mutatie) de fitness verhoogt, totdat het systeem zich op een lokaal maximum bevindt. Daarna is er geen fitness verhogende mutatie meer mogelijk.
Het karakter van het “fitnesslandschap” (zie hoofdstuk 3.4 van “CAS in Bedrijf”) waarin het systeem zich bevindt wordt bepaald door de fase waarin het zich bevindt. Bij kleine waarde van K, in de bevroren fase, bestaat het landschap ui 1 of een paar gloeiende pieken. Bij grote waarden van K, in de chaotische fase, bestaat het landschap uit veel scherpe pieken en dalen waarvan de locaties ongecorreleerd zijn. Dat wil zeggen dat één mutatie het systeem in een fitness-dal kan doen belanden. In de complex adaptieve fase bestaat het landschap uit meerdere, glooiende pieken waarvan de locaties gecorreleerd zijn. Een mutatie van het systeem dat zich op een lokale piek bevindt zal de fitness niet veel laten dalen en de weg omhoog kan snel weer worden gevonden.
Zoals eerder gezegd lijkt een Regulerende Booleaanse regel de waarde van de parameter K te verlagen. Dat betekent dat het fitness landschap verandert van één met veel scherpe, ongecorreleerde pieken in één met glooiende, gecorreleerde pieken waarin mutaties geen catastrofale gevolgen hebben. Vertaald in termen van bedrijfsorganisaties betekent dat betere bestuurbaarheid, meer stabiliteit en betere adaptiviteit.
Concluderend: het verschil tussen leiderschap en management kan nu ook worden gedefinieerd in termen van complex adaptieve systemen.
Management stuurt de organisatie naar lokale pieken in het “landschap”. Leiderschap verandert het “landschap” zelf. |
De lezer kent zelf wellicht voorbeelden uit de praktijk. President Directeur Aad Veenman die na een turbulente tijd van stakingen en arbeidsonrust bij NS aan het begin van de 21ste eeuw de rust bij het bedrijf herstelt. President Directeur Louis Gerstner dat het aan de afgrond staande IBM van een bedrijf dat alles zelf deed heeft veranderd in een bedrijf dat een groot deel van haar omzet realiseert met behulp van zakenpartners.
Epiloog
Ook andere factoren kunnen in een organisatie de “Booleaanse” regels veranderen en daarmee het landschap waarin de organisatie zich beweegt (ver-)vormen. In een typisch mannencultuur kan de toevoeging van een vrouw de interactie danig wijzigen, ten gunste of ten nadele – denk maar aan vrouwen op marineschepen en binnenkort in onderzeeboten. Ook kunnen onvermoed aanwezige deel- en doelgroepen aangrijpen op de besluitvorming. Dergelijke factoren zijn er meestal wel, maar je houdt er niet altijd bewust rekening mee en neemt ze niet mee in de analyse of de besluitvorming. Voorbeelden van dergelijke deelgroepen zijn leden van dezelfde kerk, studiegenoten uit hetzelfde dispuut, familierelaties, leden van dezelfde sportverenigingen of aanhangers van dezelfde politieke groepering.
Recente reacties